
‘Het leven kan alleen achterwaarts begrepen worden, maar het moet voorwaarts worden geleefd.’ Dit citaat van de Deense filosoof Kierkegaard is volledig van toepassing op deze nieuwe roman van de Italiaanse schrijfster en historicus Erika Bianchi.
Het boek vertelt het verhaal van de jonge Française Lena die tijdens de Tour de France van 1948 een korte romantische ontmoeting heeft met Zaro, de mecanicien van de Italiaanse wielerploeg. Enkele maanden later blijkt dat Lena zwanger is en brengt ze Zaro hiervan op de hoogte. Hij wil echter niets met het kind te maken hebben. Na 10 jaar vindt Lena dat het welletjes is geweest en zoekt ze Zaro samen met haar dochter Isabelle op in Italië. Inmiddels is Zaro getrouwd en heeft hij een zoontje, Nanni.
Lena vestigt zich aanvankelijk in het kleine dorp, maar wanneer ze een nieuwe vriend heeft, besluit ze Isabelle achter te laten bij een vriend van Zaro en verhuist ze.
Isabelle trouwt met een lieve, goed opgeleide man en krijgt zelf ook 2 kinderen. Maar de geschiedenis lijkt zich te herhalen en de trauma’s uit haar verleden hebben een grote invloed op haar rol als moeder.
De auteur vertelt in deze roman op prachtige, ontroerende wijze over 4 generaties vrouwen binnen eenzelfde familie en hoe hun kijk op en ervaring met het moederschap sterk beïnvloed wordt door de gebeurtenissen uit het verleden.
Aanvankelijk had ik wat moeite om in het verhaal te komen omdat er telkens nieuwe personages opgevoerd werden, nu eens in het heden dan weer in het verleden, maar naarmate het boek vorderde vielen alle puzzelstukjes in elkaar en kon ik er volop van genieten.
De korte dierenverhaaltjes op kindermaat die regelmatig aan een hoofdstuk voorafgaan wisten mij erg te ontroeren. Niet zozeer door wat er gezegd werd, maar wat er bedoeld werd. Ze staan als het ware symbool voor de vaders die de rol van de moeder op zich nemen.
En de hagedissen… die verliezen hun staart maar in de leegte die dan ontstaat, groeit ook weer iets moois terug.
Reactie schrijven